2 maart 2015
Het stalen ros wint terrein in Brussel. De Belgische hoofdstad telt vijf keer zoveel fietsers als vijftien jaar terug. Maar ondanks politieke beloftes valt er voor tweewielers nog veel te winnen. “Als ze je geen plaats geven, moet je die zelf pakken.”
Mohamed (16) en Rayan (17) staan buiten fietshandel Cyclo aan de Vlaamsesteenweg de banden van een BMX-stuntfiets op te pompen. De jongens uit Sint-Jans-Molenbeek fietsen bijna iedere dag, zegt Mohamed. “Dat is best moeilijk, want er zijn veel auto’s in de stad. Een oplossing? Iedere drie maanden een autovrije week.”
Onvoldoende
De fiets is bezig aan een opmars in Brussel. Het aantal fietsers in de stad is de afgelopen vijftien jaar vervijfvoudigd. Toch valt er voor tweewielers nog een hoop te winnen. Slechts een op de twintig verplaatsingen gebeurt per fiets. Ter vergelijking: in Antwerpen is dat een op de zeven, in Amsterdam een op de drie. Fietspaden zijn in Brussel afwezig of slecht onderhouden en de wegen zijn heuvelachtig. De automobilist heeft het voor het zeggen, ook in het centrum.
De infrastructuur voor fietsers is volstrekt onvoldoende, zeggen fietsers en deskundigen. “Het is onbegrijpelijk dat de politiek zo lang heeft gewacht met investeren in de fiets”, zegt mobiliteitsexpert Kris Peeters. “Daardoor blijft een fietstocht een onderneming. Met weinig geld is op korte termijn veel te winnen. De stad kampt met een groot fileprobleem. De luchtkwaliteit is slecht en arme inwoners zijn weinig mobiel. De fiets kan dat veranderen.”
Mede onder de reusachtige filedruk belooft de nieuwe regering van Brussel fietsen te stimuleren. De coalitie belooft fietspaden aan te leggen en te investeren in deelfietsen, beveiligde stallingen en een autovrij centrum. Een recent overheidsinitiatief is de website Biker2biker. Het Hoofdstedelijk Gewest pompt 150.000 euro in de site, waar beginnende fietsers ervaren rotten kunnen strikken voor een begeleide fietstocht door de stad.
Opeisen
Ik meld me op Biker2biker aan als beginneling en maak een afspraak met ervaren fietser Julio Sanchez. “Je bent niet zichtbaar met die zwarte jas”, zegt mijn leermeester de volgende ochtend op het afgesproken kruispunt. Sanchez blijkt te werken voor de Franstalige fietsersbond GRACQ. Hij draagt een fluorescerend geel hesje en twee dito banden rond zijn enkels. “Het is hier anders fietsen dan in Nederland. Er zijn veel minder fietspaden. Je moet je plek opeisen.” Als ik achter hem aan fiets zie ik dat zijn sokken zowaar een fietsmotief hebben.
ONDER DE REUSACHTIGE FILEDRUK BELOOFT DE NIEUWE REGERING VAN BRUSSEL FIETSEN TE STIMULEREN
We passeren tijdens de ochtendspits de stilstaande auto’s die in lange rijen voor stoplichten staan te wachten. In een nauw straatje even verderop probeert een grijze bestelwagen ons in te halen. Sanchez dwingt de twee arbeiders in de auto met zijn uitgestoken linkerarm achter ons te blijven. Als de mannen ons veertig meter verder alsnog passeren, maakt de bijrijder boze gebaren. “Als de automobilisten en de politiek je geen plaats geven, moet je die zelf nemen”, zegt Sanchez.
Een groot probleem voor fietsers is de onveiligheid op de weg. De kans op een dodelijk fietsongeluk is in België per kilometer ruim twee keer zo groot als in Nederland. Toch werd het land tussen 2000 en 2010 veel veiliger voor fietsers. In het regeerakkoord belooft de nieuwe regering fietsen nog veiliger te maken, ook in Brussel.
Kentering
Toeriste Laura (15) uit het Duitse Radolfzell is nu al een tevreden fietser in Brussel. Ze huurt met haar vader twee dagen een deelfiets. “Automobilisten geven ons voorrang en rijden heel beschaafd. En de heuvels zijn een stuk minder steil dan bij ons.” Ook vader Martin is enthousiast. “Ik heb nog geen stad gezien waar het zo prettig fietsen is. Ik ben al in Frankrijk en Italië geweest, en daar is de fietser veel slechter af. In Nederland schijnt het ook goed te zijn, maar daar ben ik nog nooit geweest. Alleen in een bungalowpark.”
MOBILITEITSEXPERT KRIS PEETERS: “FANATIEKE FIETSERS WETEN DE BRUSSELSE POLITIEK TE BEÏNVLOEDEN”
“De kentering lijkt ingezet”, zegt mobiliteitsexpert Kris Peeters. “Brussel kent fanatieke fietsers die goed lobbyen en de politiek weten te beïnvloeden. De ambities van deze regering zijn bovendien haalbaar. Fietsen werkt.”
Vooral een goede infrastructuur kan Brusselaars aan het fietsen krijgen. Maar concrete bouwplannen zijn er nog niet, zegt een woordvoerder van de regering. “Het is niet duidelijk wanneer en waar er fietspaden komen. Er moet nog een hoop gepraat worden.” Peeters rekent er niettemin op dat het in orde komt. “De stad staat met haar rug tegen de muur. Zowel in de praktijk als in politieke termen. Ze kan niet anders dan werk maken van meer fietsvoorzieningen. Brussel heeft officieel ingezet op de fiets. De politiek kan het niet langer bij woorden laten.”
Een echte fietsstad als Amsterdam of Kopenhagen wordt Brussel voorlopig echter niet, denkt Peeters. “Brussel is nu eenmaal heuvelachtig en kent een Latijnse cultuur. In landen als Frankrijk en Italië is de fiets van oudsher minder populair dan in Nederland en Vlaanderen. Bovendien wonen in Brussel veel mensen met Marokkaanse, Algerijnse of Turkse roots en die fietsen voorlopig nog veel minder. Er zijn wel migranten die veel fietsen, maar die komen uit Nederland en de rest van de Europese Unie.”
Dit stuk verscheen vorige week in een iets andere versie op Apache.be.