Reportage: Brusselse betoging loopt uit de klauwen

5 november 2014

Een massale betoging tegen de regering in Brussel liep vandaag flink uit de klauwen. Actievoerders gingen op de vuist met politie en buurtbewoners. “Die stenen zijn nergens voor nodig! Waar zijn wij mee bezig?”

“Stop het geweld!” roept een vrouw met een rode pet van de socialistische vakbond ACOD op het Fontainasplein door een megafoon. Mannen met rode pakken, fluitjes en petten gooien stenen de Anderlechtsesteenweg in. Jongeren met sjaals en capuchons gooien even zoveel keien de andere kant op. Een steen belandt in de menigte en de betogers stuiven uiteen. “Het zijn Turken en Marokkanen”, zegt vakbondslid Vincent. “Wij vechten voor hen, maar dat begrijpen ze niet. Het is een gebrek aan onderwijs.”

2014-11-06 15.40.04

De politie houdt de partijen uit elkaar

De politie houdt de partijen in de Anderlechtsesteenweg uit elkaar

Iets verder stroomt door de Zuidstraat een dikke rood-groene stoet richting het Zuidstation. Het zijn de kleuren van de vakbonden die vandaag een nationale betoging organiseerden in de hoofdstad Brussel. Honderdduizend Belgen uitten hun ongenoegen over de bezuinigingsplannen van de centrumrechtse regering-Michel. Ruim honderd demonstranten raakten slaags met de oproerpolitie. Agenten zetten traangas en waterkanonnen in. Aan beide kanten vielen tientallen gewonden.

In de Anderlechtstesteenstaat, een zijstraat van de route, vechten demonstranten rond drie uur met bewoners van de multiculturele wijk Anneessens. “Kom op, we zijn met meer!”, roept een man in het rood. “On y va!” Met dranghekken en pallets lopen de vakbondsleden op de jongeren af. “Stop ermee, jongens!” roept een man met een groene pet door een megafoon. “Die stenen zijn nergens voor nodig! Waar zijn wij mee bezig?”

De boel komt pas tot rust als tegen vier uur de oproerpolitie verschijnt. Tientallen agenten houden de partijen uit elkaar. Volgens hen zijn de demonstranten schuldig aan de rellen. “Als de betogers hun route hadden gevolgd, was er niets aan de hand”, zegt een agent. “Zij hebben het parcours verlaten. Daar is het begonnen.”

“Ik had ’s nachts gewerkt en werd om één uur wakker door de herrie”, zegt buurtbewoner Lukas Steen (27), vrachtwagenchauffeur. “Vakbondsmannen vielen gastjes van dertien of veertien aan. Ik heb ze gevraagd wat ze hier kwamen doen. Ze zeiden: deze jongens werken niet, ze profiteren van het sociaal systeem en moeten terug naar hun eigen land. Toen is het een kat-en-muisspel geworden.”

Lukas Steen heeft een snee in zijn nek en een vakbondsman loopt rond met een wond boven zijn wenkbrauw. Zeker tien auto’s hebben forse schade en een ruit van een huis is gesneuveld. “De auto van mijn moeder is kapot”, zegt Mohamed (18). Wie gaat dat betalen?”

Volgens Mohamed verdedigden de jongeren enkel hun buurt. “De politie kwam niet om ons te beschermen. Toen zijn we op en neer gaan gooien met stenen.” “Dit is onze wijk”, zegt buurtgenoot Hamza (18). “Zij komen van Antwerpen en Gent om hier cinema te maken. Ik woon hier en ben hier geboren.”

2014-11-06 15.35.57

De Anderlechtsesteenweg rond half vier ’s middags

Waarom de politie niet eerder kwam? “Er zijn overal problemen”, zegt een agent. “Er was niet genoeg politie voorzien.” Hij is blij dat er onder zijn mannen geen gewonden zijn gevallen, zegt de chef van het peloton. “Dat is bij het Zuidstation wel anders. Daar is het heel moeilijk.”

Inderdaad is van grote afstand een dikke wolk zwarte rook boven de kleine ring bij het Zuidstation te zien. Betogers hebben verschillende auto’s in brand gestoken. Velen van hen hebben oranje pakken aan van de haven van Antwerpen. De havenarbeiders zijn met honderden naar Brussel afgereisd.

“Ze spelen met onze veiligheid”, zegt havenarbeider Yannick Cornelissens (24). “Elke dag riskeren wij voor 90 euro per dag ons leven. Dit jaar zijn in de haven al zeven doden gevallen. We verdienen 1800 tot 2000 euro, dat is veel te weinig. En dan moeten we ook nog verplicht werken tot ons zevenenzestigste. ”

Het plein rond half vijf

De kleine ring bij het Zuidstation rond half vijf

Een lange rij oproeragenten herneemt rond half vijf het terrein met de brandende auto’s. Zeker honderd agenten rukken op tot onder de spoorbrug. Onder de brug klinkt keihard vuurwerk. Mannen met oranje hesjes en sjaals voor het gezicht gooien stenen, stokken, pallets en paaltjes naar de agenten. De politie slaat terug met knuppels, waterkanonnen en traangas.

Een man met een jas van de socialistische vakbond ABVV doet zijn rode sjaal naar beneden als ik hem aanspreek. “Wij zijn tegen deze kutregering. Wij vallen de politie aan zoals zij ons. Zij vallen vrouwen aan.” Daniel (20) wil verandering. “Revolutie. Het geld is oneerlijk verdeeld in deze maatschappij. Dit is een manier om iets te veranderen.” Hij gooit een zware kassei in de lucht. Maar hij breekt niet.

Khadija (19) schuilt achter een mobiel toilet voor een waterkanon. “Ik ben tegen de flikken”, zegt ze. “Die behandelen mensen niet zoals het moet. Ik kom uit Leuven en ben werkzoekend.” Ze maakt een obsceen armgebaar naar de oproerpolitie.

Een man loopt langs de linie agenten. Hij draagt een plastic tasje. “Dit is de eerste keer in vijf jaar dat ik dit zie”, zegt Hans de Papen uit Aalst. Hij is net klaar met zijn werk bij een textielimporteur. “Dit zijn eerder ruziezoekers dan betogers. Je ziet hoe ze erbij lopen: sjaal voor het gezicht. Dit gedoe kost handenvol geld en verandert helemaal niets.” Hij loopt naar het station.

De dag begon nochtans gemoedelijk. In de ochtend en vroege middag trekken tienduizenden betogers vreedzaam door het centrum van Brussel. De stoet telt zowel doorgewinterde als onervaren demonstranten. Marcella (72) staakt voor haar kinderen, zegt ze. Ze is met twee vriendinnen uit Gent naar Brussel gekomen. “Studenten en belastingbetalers krijgen klappen. We laten onze kinderen niet plukken.” “Er moet een belasting komen op financiële verrichtingen”, vult vriendin Christina (64) aan.

Student Robin Pringels (23) heeft een kartonnen bord bij zich, waarop de Vlaamse nationalist Bart de Wever (N-VA) zijn afgehakte hoofd vasthoudt. Daaronder staat in Nederlands en Frans: ‘Bart heeft zijn hoofd verloren’. “Ik wilde een beetje humor in de betoging brengen”, legt hij uit. “Iedereen is zo serieus. Het is niet gewelddadig bedoeld, ik ben een pacifist. Ik denk dat De Wever het wel kan hebben.”

Veerle (26) uit Antwerpen betoogt voor het eerst in haar leven. Ze loopt met een hartvormig bord met ‘Solidarität‘ erop. “Een vriend heeft het gemaakt. Ik ben hier om tegen de besparingen te protesteren. Ze bezuinigen op onderwijs, op de sociaal-culturele sector. Ze zien de uitgaven als kosten, in plaats van investeringen.” Terwijl ik haar spreek draait een man die voor ons in de stoet loopt zich om. “Hoe oud zedde gij? Gij moet nog leren wat werken is! Ik ben 49 jaar.” Hij is boos en wil niet praten.

Even verderop in de stoet loopt Jef Spaans met een masker van premier Charles Michel op. De werknemer van vakbond ACV geniet met andere ministers van een rijk buffet. “Deze regering neemt de gewone mens. Het kabinet moet de bezuinigingen op pensioenen terugdraaien. Wij willen onderhandelen. Het liefst heb ik dat deze regering opstapt, maar we zullen ergens moeten beginnen.”

Tegen de avond keert de rust terug rond het Zuidstation. Veel betogers pakken de trein terug naar huis. In het station mengen de stakers zich met forensen. Twee agenten strompelen voorbij, gesteund door vijf collega’s. “Ik ben geraakt aan elleboog en been”, zegt de een. “Van mijn groep van negen man zijn er vijf gewond geraakt”, zegt een ander, terwijl hij een tekstbericht naar het thuisfront stuurt. “Het is een schande.”

Politie om tien over vijf

Politie om kwart over vijf bij het Zuidstation. Het is weer rustig.

In het station zit een 39-jarige Antwerpse havenarbeider met bebloede doeken rond zijn handen. Zijn vriendin verbindt zijn hand met een zakdoek. Op de grond liggen twee plasjes bloed naast enkele Jupilerblikken. “Ik zocht mijn vriendin en collega’s in de menigte. Toen kreeg ik plots een waterkanon op mij gericht en ben ik gevallen.”

Of hij boos is op de politie? “Nee, die doen gewoon hun werk.” Zijn vriendin is wel boos: “Ze hebben ons uitgedaagd.” De groep belooft ook tijdens de aangekondigde volgende betoging naar Brussel af te reizen. “Op 15 december komen we terug”, zegt collega Philippe. “Dan breken we de hele stad af. Heb je dat genoteerd?”

Interview: ‘Ik koester groot wantrouwen jegens N-VA’

12 augustus 2014

Karl-Heinz Lambertz (62) was vijftien jaar premier van de Duitstalige Gemeenschap in België. Sinds dit jaar is hij voorzitter van het Duitstalige parlement. De staatsman spreekt over de regering, zijn Heimat en de toekomst van België. ‘Als de brokken in het rond vliegen, moet je er met je hoofd niet tussen komen.’

2014-11-26 14.24.46

Karl-Heinz Lambertz aan zijn bureau in het parlement van de Duitstalige Gemeenschap

‘Ik ben bijzonder achterdochtig als ik met voorstellen van de N-VA te maken heb’, zegt Lambertz (Sozialistische Partei) in zijn werkkamer in Eupen. De Vlaams-nationalistische N-VA van Bart de Wever is de grootste partij binnen de regering-Michel, die naar Belgische maatstaven ongekend bezuinigt. Volgens Lambertz voert de N-VA iets in haar schild.

‘Tot het tegendeel bewezen is, strijdt die partij voor een onafhankelijk Vlaanderen’, zegt Lambertz. ‘Er is natuurlijk geen elfde gebod dat staten altijd moeten blijven zoals ze zijn, maar ik zie de toekomst van België heel anders. Daarom koester ik een groot wantrouwen jegens de N-VA. Ten tweede is het merkwaardig dat de Belgische premier niet uit de sterkste regeringspartij komt. Dat is niet optimaal. Het maakt het geheel niet eenvoudiger.’

Hoezo?
‘Ik denk dat de sterkste partij ook de verantwoordelijkheid voor het geheel moet aanvaarden. De N-VA wil en doet dat niet. De sterke man van de partij (De Wever, red.) zit bovendien niet in de regering. Dat is ook niet verboden, maar bewijst wel dat de N-VA een eigen politieke strategie heeft. De partij is in Vlaanderen zeer machtig en heeft de socialisten van boord gehouden, maar neemt geen verantwoordelijkheid.’

Is dat gevaarlijk voor de regering?
‘De vraag moet zijn: is het voor het land gevaarlijk? Het consolideert in ieder geval niet het voortbestaan van België. Het is voor de regering trouwens ook gevaarlijk, omdat de N-VA een sterke positie heeft, zowel als de regering de rit uitzit als wanneer zij valt. Dat is goede politieke tactiek. Als een partij een bijzonder sterke positie heeft, is dat voor het overleven van een regering niet onproblematisch.’

Ik spreek Lambertz in zijn werkkamer in het Duitstalig parlement aan de rand van het hoofdstadje Eupen. Op zijn bureau staan foto’s met zijn twee kleinkinderen, in de hoek staan de vlaggen van de Duitstalige Gemeenschap, België en de Europese Unie. Lambertz spreekt rustig en in volzinnen. Hij tekent tijdens het gesprek vier A4’tjes vol met rechthoeken, jaartallen en boomdiagrammen.

Tijdens de diepe politieke crisis van 2008 was u koninklijk bemiddelaar in Brussel. U zei toen: een staatshervorming gebeurt niet voor de regionale verkiezingen van 2009. Dat zag u goed. De Vlamingen en Walen konden het niet zeggen, maar misschien omdat u Duitstalig bent…
‘Een Duitstalige Belg kan evidente dingen soms inderdaad beter zeggen dan een Vlaming of Waal, omdat er bij hen van alles achter hun uitspraken wordt gezocht. Maar je hoefde geen genie of helderziende te zijn om in de zomer van 2008 te zeggen dat er voor de verkiezingen van 2009 geen oplossing in het BHV-dossier zou komen. Dat was evident. Hoewel, het was toentertijd een politieke kwestie.’

Zijn er meer Duitstalige politici nodig op het federale niveau?
‘Daar ben ik heel voorzichtig en sceptisch over. Duitstaligen moeten erkennen dat ze een minderheid in België zijn en dat ze op de lange duur noch scheidsrechter noch bemiddelaar kunnen zijn. Ze moeten evenmin een van de partijen gelijk geven om daar snel voordeel uit te halen. Dat heeft uiteindelijk fatale gevolgen.

De fundamentele compromissen die België nodig heeft, kunnen alleen de Vlamingen en Walen bereiken. Uit de Duitstalige Gemeenschap kan een keer een proefballonnetje komen, maar in beginsel moeten Duitstaligen zich zelfbewust en heel terughoudend opstellen. Als de brokken in het rond vliegen, moet je er niet met je hoofd tussen komen.’

Wat kan gebeuren bij een inmenging op een verkeerd moment?
‘Als wij ons er teveel mee bemoeien, is het gevaar zeer groot dat wij aan het eind, als er een oplossing komt, de schuld krijgen van alles wat daar aan frustratie of ergernis ontstaan is. Dat is niet in ons belang. Het is zeer, zeer risicovol om zich te zeer op de eerste rij te begeven.’

Bent u met te weinig om op federaal niveau wat uit te richten?
‘Natuurlijk. Als de Duitstalige Gemeenschap groter zou zijn, als de deelnemers aan de Parijse onderhandelingen in 1920 een groter stuk Duitsland aan België gegeven zouden hebben, dan waren de reële machtsverhoudingen anders. Maar dat is geschiedenis.’

Hoe realistisch is volgens u een einde van België?
‘De komende vijf jaar hebben we in de landelijke politiek een wapenstilstand of pauze. Maar men kan niet over het hoofd zien dat de grootste Belgische partij, de N-VA, als doel een onafhankelijk Vlaanderen heeft. Regeringsdeelname verandert niet haar langetermijndoelen. Dan nog geloof ik niet dat we in de richting van het einde van België bewegen. De problemen die daarmee verbonden zijn, zijn simpelweg nog veel groter dan de problemen die men moet oplossen voor een evenwicht binnen de Belgische staat.’

Hoe moet het dan verder?
‘Ik geloof dat de Belgische bondsstaat zich door de zesde staatshervorming geconsolideerd heeft. Het omvormen van onze staat is een continu proces. Na de zesde komt ongetwijfeld een zevende en een ook achtste staatshervorming. België zoekt voortdurend naar een evenwicht tussen de verschillende regio’s en taalgemeenschappen, een evenwicht tussen eigen verantwoordelijkheid en solidariteit.’

Is er een einddoel?
‘Ik ken geen bondsstaat die kan zeggen: nu ben ik definitief gevormd en toegerust. Er is overal met tussenpauzen de behoefte aan hervorming en verdere ontwikkeling. Dat zal in België ook zo zijn, alleen al vanwege de verdere Europese integratie. Maar ik geloof niet dat we al definitief gevormd zijn, zoals Oostenrijk, Duitsland en Zwitserland dat wel zijn. Er is nog een reeks thema’s open.’

Wat moet er nog gebeuren?
‘Dat weet ik natuurlijk niet. Maar je hoeft de standpunten van Vlamingen en Franstaligen maar te bestuderen om vast te stellen dat nog veel onopgehelderd is. Ik ga ervan uit dat we vanaf 2017, 2018 weer een versterkte discussie over de toekomst van België hebben.’

Wat gebeurt er met de Duitstaligen als België ophoudt te bestaan?
‘Als België uiteen zou vallen, blijven voor ons drie opties over. We kunnen een eigen staat beginnen, een staatje zoals er in Europa nog meer bestaan. We kunnen ook aanhaken bij een van de andere delen van België. Dat kan Wallonië zijn, maar ook Vlaanderen. De andere hypothese is aansluiten bij een bestaand land, als dat daartoe bereid is. Dat kan in principe elke staat ter wereld zijn, maar realistisch gaat het om Duitsland of Luxemburg. Dat is het theoretische antwoord.’

Wat is het praktische antwoord?
‘Als je verder wilt gaan, moet je de individuele mogelijkheden testen. Als het om aansluiting bij een ander land gaat, moet je kijken hoe de partner daar tegenover zou staan. Die stap zou echter an sich een politieke betekenis hebben. Tot dusverre hebben we die niet gezet, omdat niemand ervan uitgaat dat daartoe de noodzaak bestaat.’

U zegt zich bij verschillende gebieden te kunnen aansluiten en ook onafhankelijk te kunnen worden. Wat zegt dat over de identiteit van de Duitstalige Belg?
‘België is een typisch voorbeeld van een veelvolkerenstaat. Je kunt moeilijk zeggen: hoe spreekt men Belgisch? Geen enkele Belg, of toch zeker een minderheid, kan zijn Belgische identiteit los zien van zijn Vlaamse of Waalse identiteit. En voor Duitstaligen is dat gelijksoortig.’

Waar voelt u zich buiten de Duitstalige Gemeenschap eigenlijk het beste thuis?
‘Ik voel me alleen bij mij thuis, omdat ik nu thuis ben. Ik voel me noch in Wallonië, noch in Vlaanderen thuis. Mijn huis is hier, en de andere delen zijn de andere delen van België. Ik sta niet iedere dag met de vraag op in mijn hoofd: voel ik me eerder een Vlaming of een Waal?’

U voelt zich niet beter op uw gemak bij de een of ander?
‘Nederlands is een Germaanse taal en Duits ook. Bij voorbaat is de toegang tot Vlamingen dus gemakkelijker. Maar anderzijds leren we hier vanaf jonge leeftijd intensief Frans. De betrekkingen met de Walen zijn bovendien veel sterker dan met de Vlamingen, omdat we direct aan Wallonië grenzen. Wallonië oefent hier nog een hele reeks bevoegdheden uit, die nog niet aan de Duitstalige Gemeenschap overgedragen zijn. Daardoor zijn we samen met dingen bezig, veel meer dan met Vlaanderen het geval is.’

In reactie op de besparingsplannen van de Zweedse coalitie protesteren uw socialistische collega’s Mayeur en Di Rupo op straat. Kunnen we van u ook zoiets verwachten?
‘Nee. Ik zal zeker niet deelnemen aan protestacties, omdat ik dat niet verenigbaar vind met mijn ambt als parlementspresident. Ik houd politiek gezien ook niet van deze regering, maar het is de koers die een democratische legitimatie heeft. Men mag in geen geval het werk op het ene gebied gebruiken om oppositie op een ander niveau te voeren. Als een land correct wil functioneren en niet het gevaar wil lopen uit elkaar te springen is dat fundamenteel. Dat is onafhankelijk wat ik vind van wat de federale regering hier of daarover besloten heeft. Dat is een andere discussie.’

U bent de grote man in een klein gebied. Is dat jammer? Was u graag in een groter gebied politicus geweest?
‘Ik had me goed kunnen voorstellen in grotere stadions te spelen, als daartoe de gelegenheid was geweest. Maar als politicus uit de Duitstalige Gemeenschap zijn de stadions die je kunt doorlopen van tevoren bepaald. Ik heb geprobeerd goed te spelen waar ik werd opgesteld. Ik heb me heel zelden in mijn hoofd gehaald hoe het geweest zou zijn als ik niet in Oost-België, maar in Oost-Duitsland, Groot-Brittannië of Oostenrijk geboren zou zijn. Het is zoals het is.’

Brusselse fietser moet zelf plek opeisen

2 maart 2015

Het stalen ros wint terrein in Brussel. De Belgische hoofdstad telt vijf keer zoveel fietsers als vijftien jaar terug. Maar ondanks politieke beloftes valt er voor tweewielers nog veel te winnen. “Als ze je geen plaats geven, moet je die zelf pakken.”

Fietsen in Brussel (Foto Ties Brock)

Mohamed (16) en Rayan (17) staan buiten fietshandel Cyclo aan de Vlaamsesteenweg de banden van een BMX-stuntfiets op te pompen. De jongens uit Sint-Jans-Molenbeek fietsen bijna iedere dag, zegt Mohamed. “Dat is best moeilijk, want er zijn veel auto’s in de stad. Een oplossing? Iedere drie maanden een autovrije week.”

Onvoldoende
De fiets is bezig aan een opmars in Brussel. Het aantal fietsers in de stad is de afgelopen vijftien jaar vervijfvoudigd. Toch valt er voor tweewielers nog een hoop te winnen. Slechts een op de twintig verplaatsingen gebeurt per fiets. Ter vergelijking: in Antwerpen is dat een op de zeven, in Amsterdam een op de drie. Fietspaden zijn in Brussel afwezig of slecht onderhouden en de wegen zijn heuvelachtig. De automobilist heeft het voor het zeggen, ook in het centrum.

Grafiek-NL

(bron: Pro Velo R&D, 2015)

De infrastructuur voor fietsers is volstrekt onvoldoende, zeggen fietsers en deskundigen. “Het is onbegrijpelijk dat de politiek zo lang heeft gewacht met investeren in de fiets”, zegt mobiliteitsexpert Kris Peeters. “Daardoor blijft een fietstocht een onderneming. Met weinig geld is op korte termijn veel te winnen. De stad kampt met een groot fileprobleem. De luchtkwaliteit is slecht en arme inwoners zijn weinig mobiel. De fiets kan dat veranderen.”

Mede onder de reusachtige filedruk belooft de nieuwe regering van Brussel fietsen te stimuleren. De coalitie belooft fietspaden aan te leggen en te investeren in deelfietsen, beveiligde stallingen en een autovrij centrum. Een recent overheidsinitiatief is de website Biker2biker. Het Hoofdstedelijk Gewest pompt 150.000 euro in de site, waar beginnende fietsers ervaren rotten kunnen strikken voor een begeleide fietstocht door de stad.

Opeisen
Ik meld me op Biker2biker aan als beginneling en maak een afspraak met ervaren fietser Julio Sanchez. “Je bent niet zichtbaar met die zwarte jas”, zegt mijn leermeester de volgende ochtend op het afgesproken kruispunt. Sanchez blijkt te werken voor de Franstalige fietsersbond GRACQ. Hij draagt een fluorescerend geel hesje en twee dito banden rond zijn enkels. “Het is hier anders fietsen dan in Nederland. Er zijn veel minder fietspaden. Je moet je plek opeisen.” Als ik achter hem aan fiets zie ik dat zijn sokken zowaar een fietsmotief hebben.

ONDER DE REUSACHTIGE FILEDRUK BELOOFT DE NIEUWE REGERING VAN BRUSSEL FIETSEN TE STIMULEREN

We passeren tijdens de ochtendspits de stilstaande auto’s die in lange rijen voor stoplichten staan te wachten. In een nauw straatje even verderop probeert een grijze bestelwagen ons in te halen. Sanchez dwingt de twee arbeiders in de auto met zijn uitgestoken linkerarm achter ons te blijven. Als de mannen ons veertig meter verder alsnog passeren, maakt de bijrijder boze gebaren. “Als de automobilisten en de politiek je geen plaats geven, moet je die zelf nemen”, zegt Sanchez.

Een groot probleem voor fietsers is de onveiligheid op de weg. De kans op een dodelijk fietsongeluk is in België per kilometer ruim twee keer zo groot als in Nederland. Toch werd het land tussen 2000 en 2010 veel veiliger voor fietsers. In het regeerakkoord belooft de nieuwe regering fietsen nog veiliger te maken, ook in Brussel.

Fietsen zit in de lift in Brussel, maar het kan nog een heel stuk beter. Hoofdsteden in Europa: verplaatsingen per fiets in procenten (bron: World Health Organisation, 2014)

Fietsen zit in de lift in Brussel, maar het kan nog een stuk beter. Hoofdsteden in Europa: verplaatsingen per fiets in procenten (bron: World Health Organisation, 2014)

Kentering
Toeriste Laura (15) uit het Duitse Radolfzell is nu al een tevreden fietser in Brussel. Ze huurt met haar vader twee dagen een deelfiets. “Automobilisten geven ons voorrang en rijden heel beschaafd. En de heuvels zijn een stuk minder steil dan bij ons.” Ook vader Martin is enthousiast. “Ik heb nog geen stad gezien waar het zo prettig fietsen is. Ik ben al in Frankrijk en Italië geweest, en daar is de fietser veel slechter af. In Nederland schijnt het ook goed te zijn, maar daar ben ik nog nooit geweest. Alleen in een bungalowpark.”

MOBILITEITSEXPERT KRIS PEETERS: “FANATIEKE FIETSERS WETEN DE BRUSSELSE POLITIEK TE BEÏNVLOEDEN”

“De kentering lijkt ingezet”, zegt mobiliteitsexpert Kris Peeters. “Brussel kent fanatieke fietsers die goed lobbyen en de politiek weten te beïnvloeden. De ambities van deze regering zijn bovendien haalbaar. Fietsen werkt.”

Vooral een goede infrastructuur kan Brusselaars aan het fietsen krijgen. Maar concrete bouwplannen zijn er nog niet, zegt een woordvoerder van de regering. “Het is niet duidelijk wanneer en waar er fietspaden komen. Er moet nog een hoop gepraat worden.” Peeters rekent er niettemin op dat het in orde komt. “De stad staat met haar rug tegen de muur. Zowel in de praktijk als in politieke termen. Ze kan niet anders dan werk maken van meer fietsvoorzieningen. Brussel heeft officieel ingezet op de fiets. De politiek kan het niet langer bij woorden laten.”

Een echte fietsstad als Amsterdam of Kopenhagen wordt Brussel voorlopig echter niet, denkt Peeters. “Brussel is nu eenmaal heuvelachtig en kent een Latijnse cultuur. In landen als Frankrijk en Italië is de fiets van oudsher minder populair dan in Nederland en Vlaanderen. Bovendien wonen in Brussel veel mensen met Marokkaanse, Algerijnse of Turkse roots en die fietsen voorlopig nog veel minder. Er zijn wel migranten die veel fietsen, maar die komen uit Nederland en de rest van de Europese Unie.”

Dit stuk verscheen vorige week in een iets andere versie op Apache.be.

Duitsland en Nederland: eensgezind over de euro, maar meer ook niet

Duitsland en Nederland zijn goede handelspartners en eensgezind over de euro. Bij veel andere thema’s lopen de belangen uiteen.

Auteurs: Ties Brock en Jelte Wiersma

‘Nederland is onze enige vriend,’ schreef de Frankfurter Allgemeine Zeitung onlangs na weer een conflict met Griekenland over de euro. Maar de Amerikaanse oud-minister van Buitenlandse Zaken Henry Kissinger wist al: ‘Landen hebben geen vrienden, alleen belangen.’ En dat geldt ook voor de Duits-Nederlandse relatie.

Lees meer op de site van Elsevier.

Op veel steun hoeven buurlanden Rusland niet te rekenen in Riga

Waar eindigt West-Europa en begint de Russische invloedssfeer? Om die vraag draait de top in Riga. De Europese leiders – onder wie premier Mark Rutte (VVD) – spreken donderdag en vrijdag in Riga over nauwere samenwerking met onder meer Oekraïne.

door Ties Brock 21 mei 2015

De vorige keer was zo’n top van het Oostelijk Partnerschap de aanleiding voor de Russische annexatie van de Krim en de oorlog in Oost-Oekraïne. In gevecht met Rusland hoeven de Oost-Europese landen in de Letse hoofdstad niet op veel steun van een verdeeld Europa te rekenen – als ze daar al op zitten te wachten.

Lees verder op de site van Elsevier.

Balz (CDU): ‘Geen kredieten meer voor onbetrouwbare Grieken’

De druk op de Duitse bondskanselier Angela Merkel om Griekenland uit de euro te zetten neemt verder toe. Europarlementariër en partijgenoot van Merkel, Burkhard Balz (CDU, 45), zegt het vertrouwen in de Griekse regering op.

De oud-bankier, die sinds 2009 in Brussel de eurocrisis volgt, zegt geen hervormingen en dus ook geen nieuwe kredieten voor Griekenland te verwachten. Elsevier sprak met Balz: ‘Als de hervormingslijst niet wordt afgewerkt, komen er ook geen leningen meer.’

door Ties Brock 14 mei 2015

Elsevier: Griekenland wil nieuwe leningen van de eurolanden. Hoe staan uw kiezers daar tegenover?

Balz: ‘De Duitsers willen oplossingen. We kunnen Griekenland geen hulp geven zonder tegenprestaties. De eurogroep heeft in februari een lijst met hervormingsplannen opgesteld. Om nieuwe leningen te krijgen, moet de nieuwe Griekse regering daar ernstig aan werken.’

Gelooft u dat dat zal gebeuren?

‘Nee. Ik heb geen vertrouwen in deze Griekse regering. Daarvoor is de laatste vier maanden simpelweg teveel gebeurd. Vertrouwen is een wezenlijk punt. Ik hoop dat de Griekse regering-Tsipras zich bezint en serieuze voorstellen doet die Griekenland kunnen verbeteren.’

Lees verder op de site van Elsevier.

Timmermans ondervindt veel weerstand in zijn strijd tegen regels

Het Verenigd Koninkrijk en Nederland willen minder Brusselse regels. Frans Timmermans moet het doen, maar ondervindt tegenwind.

Auteurs: Ties Brock en Jelte Wiersma

De Amerikaanse hoogleraar Cass Sunstein keek raar op toen hij vorige maand in Brussel was. Hij werkte voor president Barack Obama als waakhond tegen onnodige en onhandige regels en hij is dé autoriteit op dit gebied in de Verenigde Staten.

Maar Frans Timmermans (PvdA), Europees Commissaris Betere regelgeving, had geen tijd voor hem. Het roept de vraag op: waar is Timmermans mee bezig?

Lees verder op de site van Elsevier.

Reynders heeft geen spijt van optreden als ‘Zwarte’

Belgisch Minister van Buitenlandse Zaken Didier Reynders (MR) heeft geen spijt van zijn publieke optreden met een zwart geschminkt gezicht. Dat heeft hij woensdagavond gezegd tijdens een lezing aan de Vrije Universiteit Brussel (VUB).

Reynders nam zaterdag deel aan een optocht van de Brusselse liefdadigheidsvereniging ‘Noirauds‘ (Zwarten) om geld in te zamelen voor kinderen in arme gezinnen. De deelnemers, onder wie Reynders, hadden een zwart geverfd gezicht.

Reynders op de VUB, tweede van links. Foto: Charlotte van Campenhout

Reynders op de VUB, staand tweede van links. Foto: Charlotte van Campenhout

Woensdag ontstond na een reportage van France 2 ophef over het optreden van Reynders. Mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch noemde de actie van de zwart geschilderde Reynders ‘schokkend en schandelijk’. France 2-journalist François Beaudonnet beschuldigde de Belgische minister van kolonialisme.

Maar met racisme had zijn optreden niets te maken, zei Reynders woensdagavond in Brussel. ‘De actie is puur folklore, zoals carnaval in Aalst of Malmédy dat ook is’, zei de politicus. ‘De optocht met de Noirauds is een traditie sinds 1876. De actie had bovendien een sociaal doel en was zeer succesvol. We hebben veel geld ingezameld voor de kinderen.’

Hoewel Reynders zei geen spijt te hebben van zijn optreden, zei hij niet te weten of hij volgend jaar weer meedoet. ‘Volgend jaar doe ik misschien iets voor een andere organisatie. Ik kan niet tegen alles ja zeggen.’

NRC gaat volgens Vandermeersch niet reorganiseren

NRC Media gaat onder de nieuwe eigenaar Mediahuis niet reorganiseren. Dat heeft hoofdredacteur van NRC Handelsblad Peter Vandermeersch vrijdag gezegd in Brussel. Alle ongeveer 350 arbeidsplaatsen blijven behouden, zei Vandermeersch.

nrc peter

NRC Handelsblad. Foto: Inger van der Ree

‘De redactie en de ondernemingsraad van NRC hebben bij Mediahuis afgedwongen dat er geen reorganisatie komt’, zei Vandermeersch tijdens een debat aan de Vrije Universiteit Brussel. ‘En als de rendementen op peil blijven, vloeit ook in de toekomst niemand af. We blijven dan met 210 journalisten werken.’

Vandermeersch kwam vrijdagochtend voor het eerst samen met de nieuwe Raad van Commissarissen van NRC Media, dat sinds vorige maand eigendom is van het Vlaamse krantenbedrijf Mediahuis.

Het Belgische bedrijf nam NRC over van investeringsbedrijf Egeria, dat aan de verkoop een flinke winst overhield. De ondernemingsraad van NRC Media eist daarom een stevige bonus voor de werknemers. Maar dat is niet realistisch, zei Vandermeersch vrijdag. ‘Een bonus voor de redactie zou heel mooi zijn. Maar dat is een symbolische en onrealistische eis.’

Voorzitter van de ondernemingsraad Hubert Smeets is het daar niet mee eens. ‘Die uitspraak van Vandermeersch is voorbarig’, zei hij in een reactie. ‘We zullen de druk op Egeria te zijner tijd opvoeren. Wat we doen als Egeria weigert? Daar heb ik nog niet over nagedacht. Wij gaan ervan uit dat zij het een realistische, rechtvaardige eis vinden en ons tegemoet komen.’

FullSizeRender (2)

Het debat aan de Brusselse VUB. Van links naar rechts: Peter Vandermeersch (NRC Handelsblad), Isabel Albers (De Tijd), Ann Peuteman (Knack), Giselle van Cann (NOS), mediahistoricus Huub Wijfjes. Foto: Jo Bardoel

De overname door Mediahuis betekent ook dat NRC gaat samenwerken met de Vlaamse dagbladen van het krantenbedrijf, zei Vandermeersch in Brussel. ‘We gaan synergieën zoeken in digitale systemen en we gaan samen nieuwe producten voor bijvoorbeeld smartphones in de markt zetten.’

Vorige maand stemde de redactie van NRC in met de overname door Mediahuis. Daarmee was de verkoop rond. Mediahuis geeft in Vlaanderen onder meer dagbladen De Standaard, Het Nieuwsblad en de Gazet van Antwerpen uit. Naast het Belgische bedrijf hebben de Stichting Democratie en Media en de Vereniging Veronica een minderheidsaandeel in NRC Media.

Kunst kijken met je handen

Jan Annemans voelt aan de lijst van het schilderij De overstroming van Magritte. Foto door Antoine Tas

Blinde kunstliefhebbers kunnen voortaan genieten van de beroemde Belfius-collectie. Door te voelen maken zij tijdens speciale rondleidingen kennis met Belgische topstukken. ‘Wij zien meer details dan mensen die zien.’

Brussel – ‘Dit zijn glasscherven’, zegt Jan Annemans. De blinde man voelt aan een kunstwerk van de hedendaagse Vlaamse artiest Leo Copers van dertig bij dertig centimeter. ‘Inderdaad’, zegt gids Machteld De Schrijver. ‘In de hoek ligt het grootste stuk.’ Annemans voelt. ‘Dat is de hals van een fles! Waren die scherven ooit een geheel?’ ‘Ja’, zegt De Schrijver. ‘Copers heeft een gebroken oranje vaas in een perfect vierkant neergelegd. Hij speelt met gevaar en zet de wereld op zijn kop.’

Blinden en slechtzienden krijgen van Belfius dit jaar voor het eerst gratis rondleidingen door de beroemde kunstverzameling van de bank. Die telt 4500 werken van Vlaamse kunstenaars, van Rubens tot hedendaagse artiesten. Gids De Schrijver van vereniging zonder winstoogmerk Culturama leidt de bezoekers op de elfde en twaalfde verdieping van het bankkantoor in Brussel langs topstukken van schilders Delvaux en Van Rysselberghe. Twee vrouwen dragen een ingeklapte blindenstok en begeleiden hun man.

Met plastic handschoenen aan mogen de visueel gehandicapten de beelden betasten. Naast Het zotte geweld, een beeldhouwwerk van Rik Wouters, valt ook een bronzen beeld van een schildpad en een bal door Jan Vercruysse in de smaak. ‘Fantastisch’, zegt Roger Vandemeerssche. ‘Een schildpad die geen vat krijgt op de wereld, prachtig vormgegeven. En wat een oog voor detail.’

‘Zij nemen plooien en details
waar die ik niet zie’

Halve vrouw
Behalve beelden, waaraan de deelnemers kunnen voelen, gaat de groep ook langs schilderijen. De Schrijver bespreekt uitvoerig de composities, opdat ook blinde toehoorders zich een beeld kunnen vormen. ‘Ik zie niks’, zegt Jan Annemans. ‘Maar door de uitleg van Machteld krijg ik toch een beeld van de kunstwerken.’

‘Dit is een halve vrouw’, zegt De Schrijver over het schilderij De overstroming van Magritte. ‘Hoe een halve’, vraagt Annemans. ‘Alleen haar onderlichaam is zichtbaar’, antwoordt de gids. ‘De bovenste helft is door de lucht aan het gezicht onttrokken, zoals op de achtergrond een stad onder water staat.’

Pissoir
‘Van rondleidingen met blinden leer ik altijd bij over kunst’, zegt De Schrijver. ‘Zij nemen dingen waar die ik niet zie, zoals plooien of details in een beeldhouwwerk. En ze voelen de kou of warmte van de materie. Brons voelt heel anders dan marmer of hout.’

Annemans en Roger Vandemeerssche voelen aan Schildpad en wereldbol van Jan Vercruysse. Foto door Antoine Tas

Annemans en Roger Vandemeerssche voelen aan Schildpad en wereldbol van Jan Vercruysse. Foto door Antoine Tas
Blinden en slechtzienden moeten de beelden kunnen aanraken, zegt De Schrijver. ‘Je moet als gids alle zintuigen die ze kunnen gebruiken, aanspreken. Tijdens buitenwandelingen vraag ik slechtzienden of ze kunnen ruiken waar we heen gaan. Ze merken of we richting een pissoir lopen of een chocoladewinkel. Maar hier in het bankgebouw was niet veel te ruiken.’

‘Wij zien met onze vingertoppen’ zegt Vandemeerssche, die sinds een ongeluk in het leger op zijn achttiende slechtziend is. De gepensioneerde Brusselaar is bijzonder te spreken over de rondleiding. ‘Door te voelen vormen wij een eigen gedachte hoe beelden eruitzien. Voor zienden is dat evident, maar blinden en slechtzienden moeten er de tijd voor nemen. Daardoor krijgen wij een beter idee van de details.’

Dit seizoen kunnen blinde of slechtziende bezoekers op 21 maart nog kennis maken met de Belfius-collectie. Behalve de eigen werken is ook moderne kunst van het Gentse museum S.M.A.K. te bewonderen. Ziende kunstliefhebbers zijn ook welkom. Tijdens de herfst en de winter opent Belfius iedere derde zaterdag van de maand zijn kunstcollectie voor het publiek.

Dit artikel was eerder al te lezen via http://decentrale.blogspot.be/2015/02/kunst-kijken-met-je-handen.html